Droom van neoprof Kobe Goossens is uitgekomen
Door de coronacrisis verloopt Kobe Goossens’ (24) eerste profseizoen op de weg in twee delen. In het begin liet hij op Spaanse ondergrond zien dat hij met de groten mee kon. In de Strade Bianchi moest hij afrekenen met pech, in de Ronde van Lombardije kon hij zijn goede vorm niet verzilveren. Nadat hij in dienst van zijn ploeg Lotto-Soudal reed in de Druivenkoers in Overijse en Parijs-Brussel. De klimmer uit Baal wil top zijn vanaf de Tirreno-Adriatico (07-14/09) om daarna in zijn eerste grote ronde, de Giro d’ Italia (03-25/10), zich te laten zien.
“De meerdaagse in Mallorca en Ruta del Sol waren heel goed! Daar heb in bevestiging gekregen dat ik dit niveau aankan. Ik kon er mijn taken perfect uitvoeren door mee te zijn in enkele vroege vluchten, onder andere twee keer in de Ruta. Ook door mee in de eerste groep aan te komen In Mallorca. Ik bevond me toen in het gezelschap van vijftien renners met daarbij onder andere Valverde, Soler, Majka en Mas. Dat was mijn eerste koers, dat voelde aan als een bevestiging. Dit is echt een droom die ik momenteel beleef. Ik wil me nu zo goed mogelijk ontwikkelen om zo goed mogelijk te worden”, opent de vlotte kerel die zijn wielercarrière als jonge veldrijder begon.
De Belgische koersen en de Tirreno moeten een opbouw betekenen naar de Giro na enkele mindere wedstrijden. “De Italiaanse koersen in de tweede competitiehelft vielen een beetje tegen. Tijdens de Strade Bianchi reed ik lek op een slecht moment en verloor ik minuten waardoor de koers over was. De Ronde van Lombardije was gewoon niet goed, ik loste te snel terwijl ik ver onder mijn wattages aan het rijden was”, blikt Goossens terug die bij Lotto-Soudal nog een contract heeft tot einde 2021. “Alles betekent een opbouw naar de Giro en wie weet kan ik daar net zoals Bart De Clercq in zijn neoprofjaar de eerste bergrit winnen. Dat was in 2011 tussen Maddaloni en Montevergine di Mercogliano. Zo een scenario beleven, zou een droom zijn”, denkt hij luidop. “In Overijse en Parijs-Brussel reed ik voor de ploeg, vanaf de Tirreno moet ik goed zijn. In de Giro komt onze sprinter Caleb Ewan mee, dus tijdens de vlakke ritten zal het wel werken geblazen zijn. Ik wil er de volgende stap zetten in mijn ontwikkeling en wie weet misschien ergens mee proberen te doen voor een overwinning?”