Brecht Stas gaat continentaal rijden bij het Lviv CT
Eliterenner z/c Brecht Stas (25) uit Ottenburg stapt volgend seizoen na een sabbatjaar terug de wielerfiets op. Hij meldt zich voor dienst bij het Lviv Cycling Team en waagt zowaar een gokje. Stas komt immers in actie bij een continentale ploeg die aan profkoersen deel neemt.
“Het voobije jaar was er voor mij amper sprake van koers door een combinatie van factoren. Er moest veel gewerkt worden en we hebben ook flink zitten verbouwen in onze nieuwe woonst in Ottenburg. In 2021 neem ik wel een risico. Ik veranderde van ploeg, waar ik in 2019 nog reed voor het Home Solution – Soenens CT, kom ik volgend jaar in het continentale circuit uit, bij het Lviv CT. Dat is onmiddellijk een categorie hoger om tussen de profs te rijden.”
Tegen de zomer wil, Stas net zoals enkele seizoenen geleden, weer top zijn.
“Conditioneel kan ik, denk ik, veel bereiken, tenminste dat is het geval als ik wat regelmatiger mijn fiets zou kunnen zien. Verder moet “de schrik” voor het positioneren naar een belangrijke strook er stilaan uit. Ik weet dat de eerste koersen superlastig gaan zijn. Ik heb normaal altijd veel moeite met die openingskoersen, ik vrees dat dit nu niet anders zal zijn. Als ik enkele keren in de vroege aanval kan gaan ben ik al tevreden. Ik wil tijdens de zomerperiode graag top zijn, in de periode van de Druivenkoers in Overijse, de Grote Prijs Jef Scherens – Rondom Leuven en de GP Impanis die aankomt op de grens van Haacht en Boortmeerbeek. Ook de openingsetappe in de Ronde van Vlaams-Brabant in het eigen Huldenberg spreekt me uiteraard aan. Mijn eerstvolgende grote doel is de tiende editie van de Grote Prijs Jean-Pierre Monseré (07/03). Dat staat op onze kalender. Uiteraard moeten we daarvoor nog een selectie in de wacht slepen, aan mij om me daardoor te bewijzen”, vertelt de hardrijder uit de Druivenstreek gemotiveerd.
Momenteel is hij flink in de weer met de bouwwerken in en aan zijn woning, het werken bij zijn vader Tuinen Dirk Stas, de fiets en uiteraard zijn vriendin Annabelle.
