Tom Meeusen is benieuwd hoe de omloop er zal bij liggen op het BK veldrijden

Cyclocrosser Tom Meeusen (32) uit Essen neemt zondag deel aan het Belgisch kampioenschap in Meulebeke en dat op een redelijk technische omloop. Wie techniek in het veldrijden zegt, denkt automatisch aan Meeusen. Toch voelt de dertiger van Group Hens – Maes Containers zich niet geroepen voor een positie in de top vijf. Gezien zijn mindere seizoen tot nu toe bekijkt hij een stek bij de tien besten als realistischer, al zal het weer van de komende dagen ook wel van invloed zijn op de omloop.

“Mijn seizoen was tot nu toe iets minder, gelukkig is het de laatste weken in stijgende lijn aan het gaan. De cross op nieuwjaarsdag in Baal bijvoorbeeld was in orde, dat was niet slecht. Voor een plaats bij de vijf besten in Meulebeke, daar vrees ik wat voor, top tien is realistischer”, steekt de Kempenaar van wal. “Ik zag eerder al een luchtfoto van de omloop van het Belgisch kampioenschap, dat zag er mooi uit. We moeten vooral afwachten hoe dit parcours zal evolueren. Het ligt er momenteel best modderig bij, het kan nog alle kanten uit. Het is voor ons lang geleden dat we nog eens reden op een rondje in bevroren toestand. Het zal spannend worden hoe het zal worden, ik ben benieuwd.”

Op een nationaal kampioenschap behaalde Meeusen al ongeveer alle ereplaatsen.

“In 2010 pakte ik brons op het BK, in 2015 zilver en daarbuiten had ik ongeveer al alle ereplaatsen. Op zich start iedereen vanaf nul op dat kampioenschap. Gezien ik al een slecht seizoen achter de rug heb, is dat in mijn voordeel. Eerlijk gezegd zijn er momenteel vijf à zes renners die wat beter zijn dan de rest, daarachter volgt een grotere groep van om en bij de acht crossers die elkaar waard zijn. Ik denk dat ik op een superdag best wel zesde zou kunnen worden, maar bij een procentje minder kan ik even goed als veertiende finishen. De vorm van de dag is, zeker op een Belgisch kampioenschap, allesbepalend! We zullen ook in een speciale situatie crossen. Het zal voor de eerste keer een BK zonder publiek worden, dan komt het er ook op aan wie zich in deze omstandigheden het beste kan opladen.”