Thibau Nys slaat geen stapje over in zijn ontwikkeling

Baalse crosser Thibau Nys (18) proeft al enkele maanden van het profbestaan in het veld als eerstejaarsbelofte. Samen met ploegmaat en leeftijdsgenoot Ward Huybs uit Herselt maakte hij de overstap van de AA Drink – Young Lions naar de Telenet-Baloise Lions. Steeds moet Thibau door zijn verre startpositie al veel terrein goed maken, vooraleer de cross echt begonnen is. Hij kan zich al optrekken aan enkele goede prestaties, het voorbije weekend bracht een enorme inhaalrace hem tot de 23ste plaats.

In Leuven was hij vorig weekend in de Ethias Cross al een minuutje kwijt “in het verkeer” tussen crossers die rond hem op de achterste rijen van start gingen.

“Ik trek me op aan de positieve zaken, zoals die vijfde plaats in Kruibeke. Leuven was zeker in orde. Ik verloor doorheen de cross iets meer dan een minuut op de kop van de race. Als ik dan veel dichter vooraan zou kunnen starten, dan doe je in normale omstandigheden mee voor top tien. Het is als belofte mijn eerste jaar bij de grote mannen. Ik lig niet enorm wakker van wat er week na week gebeurt. Dat is een onderdeel van mijn evolutie. Ik weet dat het potentieel dat in mij zit er vroeg of laat zal uitkomen, is het niet volgende maand, of vroeg in 2021, dan is het volgend seizoen”, weet Nys. “Op zwaardere parcours moet ik nog wat inboeten tegenover de stevige ruggen van meer ervaren renners, zij zijn niets anders gewend, maar dat komt nog wel. Het is tot nu toe een raar seizoen, ik ga mijn tijd nemen om rustig te groeien.”

In de Superprestige van Merksplas krijgt hij een omloop voor de wielen die hem zou moeten liggen. Op het rondje liggen twee bruggen, een trapje, een zandbak en balkjes, iets waar Nys junior normaal niet vies van is.

“Ik heb er nog maar een keer gereden, dat was vorig seizoen. Ik heb vernomen dat er relatief veel stukken rechtdoor liggen, ik ga er zonder verwachtingen heen daar het moeilijk is om er op voorhand een resultaat op te plakken. Verder is het naar de eindejaarsperiode toe ergens jammer dat door het gebrek aan publiek de typische sfeer achterwege zal blijven. Uiteraard is dat logisch door deze coronacrisis. Moest ik trouwens in een andere rol zitten, zou ik bijvoorbeeld strijden om winst of het podium, zou ik dat “sfeergegven” waarschijnlijk anders bekijken. Nu strijd ik voor top tien à twintig en is dat toch een ander gegeven. Toch zal ik het wel missen tijdens de eindejaarsperiode, die aanmoedigingen en alles wat daarbij hoort.”