Marthe Truyen spurt op de mythische piste van Roubaix naar eerste podiumplaats in Helleklassieker
Het seizoen begon minder voor spurter Marthe Truyen (23) uit Bevel. In de UAE Tour kon ze nooit aanknopen met een prima gevoel naarmate de weken vorderden, ging het met haar vorm crescendo. Met plaats drie in Parijs-Roubaix als voorlopige apotheose. Op 21-jarige leeftijd pakte ene Tom Boonen in 2002 uit het niets de derde plaats in Parijs-Roubaix tussen de grote jongens, hopelijk vergaat het de voormalige cyclocrosser van Fenix – De Ceuninck ook zo.
“Ik had die derde plaats totaal niet verwacht, zeker niet na mijn seizoensbegon. In de UAE Tour viel alles tegen. Ik trok er als sprinter heen voor het team, maar de goede resultaten bleven achterwege. Daarna startte ik in Dwars door het Hageland in Aarschot, een iets kleinere koers. Daar voelde ik me beter in mijn sas en knapte ik werk op in dienst van de ploeg, teamgenote Julie De Wilde pakte er een zevende stek. Dat was goed. Enkele dagen later voelde ik me goed op de kasseien van Le Samyn met een achtste plaats als gevolg”, herinnerde ze zich.
Dat het op kasseien meer dan goed liep, accentueerde ze voorbije paasweekend nog eens in de Hel van het Noorden.
“Indien de kans zich voordeed mocht ik in Parijs-Roubaix mee met een vlucht. Het was mijn taak om vooraan te zitten en ik had er ook de benen voor. Uiteraard hoort geluk er een beetje bij, zoals toen medevluchter Femke Markus in op de piste in Roubaix viel. Gelukkig is die piste een beetje zoals een kom en viel ze naar binnen zodat ik ze kon ontwijken en er net voorbij kon. Achteraf bekeken reed ik de snelste sprint van iedereen. Dit geeft me wel vertrouwen naar wat komen moet in deze koers en in het algemeen. Hopelijk is dit het begin van vele mooie resultaten en hopelijk enkele zeges.”
Truyen had een weekje rust ingepland, ze zal toewerken naar wedstrijden die vallen medio mei zoals Veenendaal. Ze wil in juni verder opbouwen én als de resultaten meevallen dan hoopt ze stiekem op een selectie voor de Ronde van Italië.
