Jonas Philips rijdt op zeven jaar tijd twee Belgische kampioenschappen vlakbij huis
Wielrenner Jonas Philips (29) rijdt altijd graag en meestal goed in eigen streek, niet altijd komen er rechtvaardige resultaten uit. Toch hoopt hij deze zondag op zowel een mooie prestatie als een mooi resultaat aan de meet op het Belgische kampioenschap voor elites z/c in Bertem niet zo ver van zijn woonst in het groene Vossem.
De aanvaller van het Urbano Cycling Team reed eerder al in 2014 de nationale titelstrijd in het eigen Vossem.
“Ik zat toen in mijn laatste beloftenjaar en vond het een aangename ervaring. Het werd een massasprint en ik besloot me niet te mengen. Deze omloop ligt vlakbij. Het valt ergens te vergelijken met het rondje van de vierde rit in de Ronde van Vlaams-Brabant maar grotendeels in omgekeerde volgorde. Ik ben al twee rondjes gaan verkennen en ken uiteraard het parcours als mijn broekzak. Ik wil uiteraard goed zijn in een thuiskoers, het is speciaal want die kampioenschap komt hier niet jaarlijks langs”, blikt Philips vooruit. “Ergens is het ook verrassend dat het in Bertem zal plaats vinden, dat was enkele maanden geleden nog niet geweten. Gelukkig bezit Bertem met Joël Vander Elst een koersminded burgemeester.”
Ambities heeft Philips, die waarmaken in een loterij zoals het BK is andere koek.
“Top tien is niet onmogelijk, maar het podium halen, dat sluit ik grotendeels uit. Ploegmaat Han Devos zie ik wel meedoen voor de grote prijzen. Ik ga mezelf goed vooraan posteren, ik wil er graag bij zijn als de grote groep gaat scheuren. De aankomstzone moet me trouwens liggen op voorwaarde dat ik dan nog fris genoeg zit. Ik ben goed uit de Ronde van Vlaams-Brabant gekomen, het is het ideale moment om in vorm te zijn. Ik werd vorige zondag nog negende in Tielt-Winge en in Wervik deden we het op de Beker van België ook goed met het team. Sinds die voorbije dinsdag tot de nationale titelstrijd zondag beperk ik het grotendeels tot losrijden. Er staat me na dit BK nog een drukke periode met thuiskoersen te wachten met nog wedstrijden in Neerijse en in Eizer.”