Geen top tien voor Vlaams-Brabanders in Superprestige Ruddervoorde
Pech, een slechte start, fysieke klachten; het hoorde er allemaal bij voor de Vlaams-Brabanders in de tweede manche van de Superprestige in het West-Vlaamse Ruddervoorde. Junior Ferre Geeraerts uit Baal kwam het dichtste bij een prestatie met een elfde stek, provinciaal juniorenkampioen Lukas Vanderlinden maakte meer dan vijftig plaatsen goed maar strandde nipt buiten de top twintig. De Nederlandse Annemarie Worst die af en toe in Tremelo te bewonderen valt, deed het prima als tweede.
Bij de eliterenners kon Thibau Nys uit Baal zich niet enorm doorzetten als gevolg van rugpijn. Hij werd er 23ste op een groot deelnemersveld. Nys was nadien teleurgesteld maar besefte dat een mindere dag bij de grote mannen zo’n gevolgen kan hebben. Vincent Baestaens uit Tremelo begon te laat met zijn inhaalrace, hij bleef halfweg twee rondes hangen op amper honderd meter van de tiende. Daarna ontplofte hij en verloor hij enkele plaatsen maar hij bleef strijden met plaats dertien als gevolg. Boortmeerbeekse belofte Jelle Camps deed het als twaalfde een positie beter. Bertemnaar Lander Loockx reed net geen top dertig als 31ste. Na een mindere start kreeg de renner van Team Hens – Containers Maes
eveneens last van zijn schoenplaatje, waardoor hij geen optimaal kracht kon zetten op de pedalen. Daan Soete deed het prima voor de ploeg met een zesde plaats.
Alvarado was bij de vrouwelijke elite al snel in het offensief, enkel de Nederlandse Annemarie Worst kon stevig tegenstand bieden. De vriendin van Baestaens vormde samen met Alvarado en landgenotes Bakker, Brand en Kastelijn de kopgroep. In de slotronde zette Worst zich op kop. In de zandbak versnelde Alvarado te voet en was het verschil groot genoeg om haar tweede Superprestige op twee te winnen. Worst moest genoegen nemen met plaats twee, ze komt er stap voor stap na haar voorbije pechzomer. Kumtichse belofte Kiona Crabbé kende haar beste start niet en werd 37ste op 75 starters en achtste landgenote in Ruddervoorde. “In de eerste ronde viel iemand op de schuine kant naar beneden, recht op mij. Onze fietsen zaten hierdoor vast in elkaar, mijn hand zat ook klem tussen beide fietsen. Ik moest wachten tot zij recht kwam en we onze tweewielers uit elkaar kregen. Daarna begon mijn inhaalrace”, reageerde de pechvogel van Iko-Crelan.
Baalse junior Ferre Geeraerts kwam als elfde een plaats te kort om UCI-punten te pakken te krijgen.
“Ik zat niet aan honderd procent qua gevoel. Tijdens de twee laatste rondes heb ik te veel fouten gemaakt en ben ik nog gevallen. Nog drie anderen hebben me ingehaald zodat ik elfde werd. Ik reed eingelijk de hele wedstrijd voor plaats acht. Mijn benen waren ook niet super en dat op een omloop die me niet echt lag. Ik heb net geen top tien behaald, dat is enorm spijtig”, reageerde de elfde van YCT Demer en Dijle. Eerstejaars Dario Van Der Heyden uit Liedekerke liet een zeventiende plaats noteren. Hij volgde op enkele tellen van Aaron Heymans uit Lennik. In de crossen van Hechtel en Herentals werd de tweedejaars, die progressie maakt, telkens achtste.
Provinciaal kampioen Lukas Vanderlinden uit Neerijse op zijn beurt werd 21ste op één tel van top twintig. Vanderlinden kende pech, hij had zijn ketting overgetrapt tijdens de start. Hij heeft dan tot aan de materiaalpost gestept en gestapt. Met een verse fiets heeft hij nog geprobeerd er nog iets van te maken. De renner van het Cannibal CT schoof nog op van plaats 74 naar 21, daar bleef het bij. Hij wilt volgende week wraak nemen op de Koppenbergcross.
