Coronatesten in de cross; een financiële aderlating en/of noodzakelijk?
De Belgische wielerbond heeft het coronaprotocol voor veldritten onlangs verstrengd. Dat houdt in dat cyclocrossers vanaf 28 november een negatieve coronatest moeten kunnen presenteren als ze willen starten in een cross. Ook hun entourage, de wedstrijdjury en de aanwezige media zullen moeten aantonen dat ze coronavrij zijn. Crossers Suzanne Verhoeven uit Turnhout, Thibau Nys uit Baal en ploegleider van het Leuvense Team Hens – Containers Maes laten hun licht schijnen over deze materie.
De jongste, Thibau Nys, komt eerst aan het woord en beseft de essentie.
“Ik snap het ergens wel dat we die coronatesten moeten afleggen en dat voor ieders veiligheid. We kunnen als veldritsport niet langer achter blijven en het is niet meer dan normaal dat iedereen moet getest worden. Gelukkig neemt mijn ploeg de meeste van die zaken op zich, ik zal er weinig hinder van ondervinden zodat de focus op mijn sport optimaal blijft. Hopelijk nemen de sponsors van kleinere teams eveneens de kosten van die tests op zich, anders kan het een kostelijke zaak worden voor de crossers in een sowieso al moeilijk jaar”, reageerde Nys van de Telenet-Baloise Lions.
Belofterenster Suzanne Verhoeven beseft de noodzaak met een prijs voor de testen.
“Natuurlijk is het financieel lastig om om de tien dagen een covidtest te doen voor jezelf en entourage. Ook krijg ik geen startgeld meer, dus is het knokken voor nog een beetje prijzengeld. In plaats van iets te verdienen, is het in mijn geval alleen maar investeren. Langs de andere kant, als dit nodig is om te blijven crossen, doen we dit en ben ik heel dankbaar dat wij onze sport nog mogen blijven beoefenen! Al is dit niet voor iedereen.. de rensters zonder UCI-punten en de jeugd zijn de dupe van dit alles en kunnen het crossen tijdens de komende periode op hun buik schrijven. Daarvoor vind ik het zeer erg. Ik ben benieuwd hoeveel rensters er na deze maatregelen nog elke week aan de start komen, volgens mij gaat het maar povertjes zijn”, getuigt de twintiger van Vondelmolen – De Ceuster.
Bart Verschueren heeft bij Team Hens-Containers Maes momenteel zes mannen en een vrouw die nog mogen veldrijden.
“De gezondheid van renners, begeleiders en iedereen op de cross is natuurlijk het belangrijkste van allemaal, dus in dat opzicht ben ik zeker voorstander van die testen. Anderszijds stelt het reglement, dat je met één test tien dagen mag deel nemen aan wedstrijden. Wat het nut van de test in mijn ogen vrij nutteloos maakt, want negentig procent van de mensen gaat tijdens de week uit werken. Ze komen dus met een heleboel mensen in contant. Dus die tien dagen overbruggen met die test is vrij absurd in mijn ogen. Ik begrijp dat dit uiteraard is om het financiële plaatje te drukken. Het komt bij ons neer op ongeveer 500 euro per maand en per renner. Toch niet min, wetende dat de startgelden rond de 250 euro per wedstrijd liggen voor onze renners, bruto gerekend”, berekent Verschueren snel. “Een vrij eenvoudige oplossing zijn volgens mij sneltesten op de cross zelf. Je moet dan één dokter te voorzien en je kan drie testen per minuut afnemen en binnen het kwartier weet je het resultaat. Dan zal iedereen uurtje vroeger naar de cross moeten komen, maar ik denk niet dat dit een heikel punt is. Het drukt de kosten ook enorm. Uiteindelijk zal dit, denk ik, normaal gezien maar een periode van één à twee maanden omvatten.”
Eliterenners zonder contract mogen niet meer van start gaan in de veldritten. Al wie in de top vijftig staat van de UCI-ranking, renners die lid zijn van officiële wielerteams en renners die een contract van meer dan 100 euro hebben gesloten met de organisatie van de veldritten mogen dat nog wel doen. Wie trouwens in de UCI top dertig staat mag, twee mecaniciens meenemen, de anderen slechts eentje.