Golazo Averbode hongerig naar competitiebegin
Golazo Averbode, dat verschillende jaren geleden herrees uit de assen van voormalige topklasser Everbeur, begint over een maandje aan de competitie in nationale 3 D. In deze vierde klasse van het volleybal lijken ze gewapend te zijn om de strijd aan te gaan met de rest.
Aan inkomende kant beperkten ze zich tot het aantrekken van opposite Tim Verplancke van Bevo Geetbets. Aan uitgaande zijde verdween Willem De Nys naar VCV Leefdaal-Bertem. Nieuwe coach Thomas Steurs uit Meerhout werd opgepikt bij Antwerpse eersteprovincialer Arendonk. Grote fan van de blauw-witten Willem De Jongh helpt links en rechts de herenploeg nog wat, hij kijkt enorm uit naar het nieuwe seizoen.
“De verwachtingen zijn hoog. De kern is voornamelijk hetzelfde gebleven, vele transfers verrichten was zeker niet aan de orde. We hadden enkel nog een ervaren opposite nodig en vonden die in de figuur van Tim Verplancke. Hopelijk kan de competitie op een normale manier plaats vinden”, opent ex-speler De Jongh die mee aan de wieg stond bij de oprichting van Golazo Averbode. “De Waalse ploegen in onze reeks kennen wij niet. Ik denk dat wij voornamelijk naar Kivola Riemst en Greenyard Maaseik B moeten kijken. In dit kader is ons competitiebegin pittig, we openen op zaterdag 3 oktober op Riemst en ontvangen exact een week later Maaseik B. Ik zie ons zeker iets rapen en het zal al een goede test zijn om te bekijken waar we staan. Wij hopen om op een stabiele receptie te kunnen rekenen.”
Golazo Averbode won twee jaar geleden toen nog enigszins verrassend maar terecht de Beker van Vlaanderen tegen teams die in hogere reeksen speelden. Vooralsnog is er nog geen sprake van een organisatie van deze bekercompetitie, een doel minder voor de Hagelanders.
Golazo telt om en bij de 140 leden en zag zijn jeugdwerking beloont met twee sterren uitgereikt door Volley Vlaanderen.
“Bij de jeugd zijn grote stappen gezet, we zijn nu ook al voor het tweede jaar op rij beloond voor onze jeugdwerking. Op dat vlak is onze groeimarge nog relatief groot”, besluit De Jongh.