De stilte overheerst momenteel in Bowlingcenter Tremelo
Benny Wouters en zijn vrouw Gerry Van Woensel baten al even het illustere Bowlingcenter Tremelo aan het begin van de Kruisstraat uit. Nu liggen ze door corona al noodgedwongen zes en een halve maand stil. Ze missen zowel het sociale contact die de horeca met zich meebrengt als de kegelsport die er normaal gezien vier dagen per week competitief wordt gespeeld. Nu kan je een speld horen vallen in de ruimte waar je meestal de bal tegen de kegels hoort knallen waarna er meestal of gejuich of gesakker volgt.
De familiezaak bestaat al vanaf sinds december 1973 toen de peter van Gerry, Miel, met de sportief getinte kroeg begon. Hij runde deze dertien jaar met plezier, daarna was het de beurt aan de vader van Gerry, Theo. Hij had het bowlingrijk aan het rond punt voor zichzelf voor een termijn van negentien jaar. Nu zijn Gerry en Benny al zestien jaar aan zet, maar zo’n situatie als nu maakten ze uiteraard nog nooit mee.
“Ik nam de zaak in 2005 over van mijn vader, mijn man Benny combineerde dat dan nog met zijn werk in de bouw. Na drie jaar ben ik bevallen van ons derde kind en moest Benny wel mee in de zaak stappen”, opent Gerry. “Tijdens de eerste coronalockdown vorig jaar hebben we hier alles opgekuist en uitgebreid geverfd, maar nu kunnen we niet veel meer doen behalve afwachten”, vervolgde ze.
Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag wordt er competitief bowling gespeeld, op vrijdag is de Belgische Bowlingsport Federatie (BBSF) aan de beurt.
“Net nu we dit seizoen in de tweede ronde van de Beker van België bowling zaten, kwam corona er een stokje tussen steken. Dat is enorm jammer””, sakkert Wouters. “De sport en ons café dat gaat hand in hand. We missen vooral het klapke van onze vaste klanten. Na hun training kwamen de spelers van tweedeprovincialer KFC Baal ook wel iets drinken, dat was soms tot twee keer per week en dat was hier dan een plezante boel. Ook de spelers en bestuursleden van vierdeprovincialer SK Plenke Werchter komen hier wel eens een pintje drinken”, vervolgt Benny.
Blijven bowlen was geen optie gezien de vaak veranderende coronamaatregelen.
“In het begin van corona waren er nog maatregelen die stipuleerden dat je nog kon bowlen, maar met amper twee per baan, dat is de moeite niet om voor open te doen. We liggen nu al zes en een halve maand stil. Al hetgene waarvoor we al voor gewerkt hebben sinds het begin, moeten we nu door deze crisis stilaan afstaan, dat kan toch niet de bedoeling zijn”, vervolgt hij. “Sommige kosten blijven uiteraard lopen net zoals sommige vormen van onderhoud. Elke week laat ik de machines van de bowling, de motoren die de ballen terug naar voren vervoeren lopen. Je kan het een beetje vergelijken met de motor van een wagen of een bromfiets. Als die zes maand en een half niet draaien, dan komt het meestal niet goed. De schermen die boven de banen hangen en de computer zetten we eens om de maand op om niet voor verrassingen te staan wanneer we effectief mogen openen. Hopelijk kunnen we ergens tegen juni of juli opnieuw de zaak openen, al was het maar om de stilte te verdrijven.”