Gezocht: 5.166 gestopte voetballende jongens en meisjes
In aanloop naar de internationale dag voor de jeugd publiceerde Voetbal Vlaanderen we cijfers waaruit ze konden concluderen dat er nog nooit zoveel jongens en meisjes de weg vonden naar de voetbalclub. Maar liefst 1 op 3 van alle Vlaamse jongens zijn aangesloten bij een voetbalclub, voor de meisjes is dit 1 op 35. Dit record bevestigt de populariteit van de voetbalsport, maar dit legt eveneens een pijnpunt bloot. De federatie mist 5.166 voetballende jongens en meisjes omwille van het geboortemaandeffect en onderzoekt verschillende oplossingen om hen terug te vinden.
153.280 voetballende jongens en 13.385 voetballende meisjes tot en met 18 jaar.
Getallen om van te duizelen. Om dit nog duidelijker te maken: tussen 7 en 15 jaar is bijna 1 op 3 jongens in Vlaanderen aangesloten bij een voetbalclub. Daarna daalt dit bij de oudste jeugdcategorieën naar 1 op 5. Bij meisjes is deze ratio uiteraard nog lager met een piek van 1 op 30 bij 11-jarige meisjes. Toch stijgt ook dit aandeel jaar na jaar. Nog nooit sloten er meer nieuwe voetballende meisjes aan dan het afgelopen seizoen. En ook bij de jongens is het aantal startende voetballertjes het grootst sinds de fusie van de voetbalfederaties in 2017. In de afgelopen 5 jaar is het aantal voetballende meisjes gestegen met 41 procent. Bij de jongens is dat in dezelfde periode 6,5 procent. Het harde werk van de lokale voetbalclubs met al hun vrijwilligers werpt duidelijk zijn vruchten af.
“Maar het is niet omdat voetbal historisch gezien de meest populaire sport is dat we zomaar op onze lauweren kunnen rusten. Voetbal Vlaanderen probeert op sportief en maatschappelijk vlak steeds vernieuwend te zijn om te zorgen voor een optimale sport- en plezierbeleving”, wist Philippe Rosier, algemeen directeur.
Uit deze zeer positieve cijfers kunnen er enkele belangrijke conclusies getrokken worden.
“Onze initiatieven rond het meisjes- en vrouwenvoetbal onder de Futbalista vlag zorgen ervoor dat meer meisjes de voetbalschoenen aantrekken. We missen nog heel veel jongens en meisjes door het geboortemaandeffect. We zien een zware ondervertegenwoordiging van jongens en meisjes geboren in het vierde kwartaal van het jaar, terwijl er evenveel kinderen geboren worden in die maanden”, klonk het.
Enkele cijfers die in het oog springen:
In onze voetbalclubs missen we 5.166 spelers door de ondervertegenwoordiging van spelers van het vierde kwartaal. Lees, als er geen geboortemaandeffect zou zijn, zouden er ongeveer 5.166 meer jongens en meisjes voetballen in Vlaanderen.
Op interprovinciaal niveau is er een ondervertegenwoordiging van het vierde kwartaal van maar liefst 7,3 procent. Op provinciaal niveau bedraagt het 5 procent, op gewestelijk niveau twee procent. Naarmate het niveau stijgt, is de ondervertegenwoordiging groter. Door het geboortemaandeffect hebben kinderen geboren in het vierde kwartaal beduidend minder kans om op hoger niveau te spelen.
“We willen elk kind gelijke kansen geven om al voetballend te leren en plezier te maken. Maar op dit moment, in het huidige competitieformat en met de huidige regelgeving, verliezen we heel wat kinderen die omwille van het geboortemaandeffect steeds moeten opboksen tegen kinderen die veel groter en sterker zijn. Soms zetten ze door en blijven ze voetballen, maar al te vaak stoppen ze met sjotten”, wist Bob Browaeys, directeur sport.
Voetbal Vlaanderen zal dit seizoen nadenken over oplossingen om deze ‘gezochte kinderen’ terug te vinden en ze evenveel kansen te geven als de kinderen die geboren zijn in het eerste en tweede kwartaal.
“Een van de oplossingen is het roteren van de peildatum. Dat wil zeggen dat kinderen van hetzelfde geboortejaar in de eerste seizoenshelft met elkaar spelen, terwijl in de terugronde de kinderen geboren in de eerste helft van het jaar doorschuiven waardoor de jongste spelertjes de oude worden en omgekeerd. Al 20 jaar tonen onderzoeken dit probleem aan, nu is het tijd om te handelen”, besloot Diederik Nys, manager jeugdsport.