Voormalige spurter Robin Mertens wordt ploegleider bij Hubo – Titan Cargo CT
Na een grotendeels bruisende wielercarrière van iets meer dan tien seizoenen was het tijd voor iets anders voor spurter Robin Mertens (29) uit Zandhoven. Na vele zeges op de fiets wil hij iets betekenen in de volgwagen in de koers en wel bij het Hubo – Titan Cargo CT waar hij zijn wielercarrière beëindigde.
Mertens was een laatbloeier in het wielerjargon.
“Ik pikte rond mijn achttiende nog enkele maanden koers mee als junior. Daarna ben ik beginnen crossen als belofte bij de elites z/c en u23, alles om de techniek bij te schaven luidde het motto toen”, herinnert de snelle man zich die bij DCM even als junior reed, hij sloot er aan omdat zijn maat Aron Sempels er toen ook reed. Bij het WAC Team Hoboken begon zijn beloftenbestaan.
“Aanvankelijk lag ik als belofte veel op het asfalt, toen kwam ik tot de conclusie dat ik lenzen nodig had”, lachte de Kempenaar.
Als eerstejaarsbelofte werd hij vijfde in de kermiskoers in Ploegsteert, daarna ging het crescendo. In zijn tweede jaar werd hij tweede in rit twee van de Ronde van Antwerpen. In zijn derde jaargang als belofte won hij in Winkelomheide en werd hij tweede in Lommel, hij reed toen twee seizoenen bij BCV Works. In zijn vierde beloftenjaar bij VL Technics – Abutriek kwam hij op stoom en won hij drie keer.
Daarna kwam Mertens bij het Profel – United CT terecht, de topresultaten volgden.
“Ik won bij de elite z/c elf keer op een seizoen en pakte datzelfde jaar in totaal dertig podiums. Bij de elite begon ik door te krijgen dat ik snel was aan de meet, ik begon me erop te focussen en met succes. Ik ben in die categorie één van de snelsten geworden, maar bergop ging het me veel minder af of ik moest een heel goede dag hebben. In mijn derde elitejaar reed ik voor het continentale Veranclassic, maar daar moest ik komaf maken met elke tegenslag die je maar kon krijgen. Ik kreeg knieproblemen, ik kwam ziek terug uit de Ronde van Marokko. De ploeg had uiteindelijk geen vertrouwen meer, nochtans was winnen geen probleem, dat getuigen mijn vijf zeges van dat jaar”, blikt hij terug. Daarna reed hij nog enkele jaren voor het Prorace CT en voor Miba, op drie jaar tijd won hij twee keer de slotrit van de Ronde van Vlaams-Brabant in Rillaar. “Ik mag op zich niet klagen over mijn wielercarrière”, wist de bijnadertiger die buiten koersen in België ook nog de rushestrui veroverde in de Ronde van Namen én de puntentrui in de Franse Tour du Loiret, waarin hij daarenboven twee etappes wegkaapte.
Na een sabbatjaar kwam het Hubo – Titan Cargo CT eens poolshoogte nemen.
“Ik wou eens iets anders doen en na dat jaartje pauze vroegen ze me of ik het zag zitten om als ploegleider te fungeren in 2021. Als je dan zo een geheel onder je hoede krijgt me stuk voor stuk kleppers, ik moest daar niet lang over nadenken. Zeker omdat het de ploeg is waar ik het laatste bij heb gereden, daarenboven zijn ze vlakbij mijn Zandhoven gevestigd. Om die jongens nu ten dienste te kunnen staan, dat geeft me wel voldoening. Er kruipt wel wat tijd in. Als renner zie je dat niet, maar nu besef ik dat die ploegleiders serieus wat respect verdienen.”