Voormalig turnster Amber Demulder speelt met passie rugby
Rugbyspeelster Amber Demulder (26) uit Kessel-Lo wou dit seizoen als scrum-half haar intrede doen bij Rugby Club Leuven, alleszins dat was het plan. Ze kon slechts korte tijd genieten van haar nieuwe status. Op zich nam haar sportieve carrière een verrassende wending toen ze koos voor de rugbysport, zeker omdat ze twintig jaar competitieturnen achter de rug had. Die overgang liet zich al na enkele weken voelen met haar eerste sportieve blessure ooit, gebroken ribben. Ze nam het er met de glimlach bij.
Demulder is afkomstig uit Roeselare en heeft twintig jaar turnen in achter de rug bij Turnclub Flink en Fris.
“Ik was op mijn vierde begonnen met turnen en ben ermee gestopt omdat ik er net iets te oud voor werd. Na mijn studies bleef ik in Leuven hangen en vestigde ik me er. Ik wou sportief nog actief blijven en zocht werkelijk met Google Maps de sportclub die het dichtste bij mijn woning lag. Zo kwam ik uit bij Rugby Club Leuven op amper vijfhonderd meter van de deur. Het was ook op aanraden van twee van mijn nichten dat ik met de rugbysport begon, zij speelden het ook al. Het is een krachtige en explosieve sport en dat wou ik wel doen. Ik begon bij de tweede ploeg in september 2019, ik speelde er op de flanken, dat was wat aftasten. Dat was wel wat aanpassen. Ik had het geluk om tijdens het turnen 22 jaar zo goed als blessurevrij te blijven, bij rugby was het na enkele weken al prijs met enkele gebroken ribben”, herinnert ze zich met de glimlach. “Vanaf augustus 2020 mocht ik in de eerste ploeg aantreden. Marie Rutsaert speelde enkele matchen op de nummer negen, dus als scrum-half, maar ze wou liever op de flanken in actie komen. Ze zochten dus iemand voor de nummer negen en ik was een optie. Met de nieuwe ploeg hadden we nog wat werk voor de boeg, dat wisten we. Veel hebben we niet in matchvorm kunnen uittesten daar corona toesloeg”, wist de studieloopbaanbegeleider en monitor aan de faculteit letteren van de KU Leuven te vertellen.
De rugbycompetitie ligt al stil sinds oktober.
“Meteen richtten we via onze WhatsAppgroep onze kleine rugbybubbels op van vier. We trainden op conditie en passing op veilige afstand van elkaar. Sinds zeer recentelijk mogen we met zijn zestienen trainen op een groot veld in vier groepjes van vier. Het verschafte me terug een blij gevoel. Eindelijk terug trainen en een gevoel dat we opnieuw een perspectief hebben, iets om naar uit te kijken. Sowieso ervaar ik liever full contact op training, maar dit zijn nu éénmaal de omstandigheden”, vertelt ze. “Het positieve is dat we in deze periode terug naar de basis moeten, we moeten dus onze conditie optimaal onderhouden en opnieuw veel passen. Dat waren zaken die we vroeg of laat onder handen moesten namen, we kwamen wat aan ervaring te kort en dat uitte zich in de competitie. We kampten met verschillende geblesseerden en kwamen wat basis te kort, in die optiek kon corona niet beter vallen. Het komt er nu op aan om positief te blijven en naar de competitie toe aan te knopen met waar we willen staan.”