Hoe twee vallen carrièrebepalend waren voor profrenner Kobe Goossens
Als gevolg van twee vallen belandde Baalse profrenner Kobe Goossens (24) aan de start van de voorbije Ronde van Spanje. De neoprof van Lotto-Soudal reed zich mooi in de kijker en ook enkele keren in de aanval. Op het einde van de drie weken durende rit vatte hij post als 24ste in het eindklassement en bovendien als beste Belg. Ongeveer twee jaar en een half geleden leek zijn profdroom op een sisser af te lopen als gevolg van een complexe enkelbreuk opgelopen bij een val in de Ronde van Savoie-Mont Blanc.
Goossens keek in een half verduisterde woonkamer roerloos naar de Ronde van Frankrijk in juni 2018. Het was er stil, zijn twee honden hielden de wacht. Met zijn twee krukken naast hem, lag hij er verslagen bij. De ultieme wielerdroom leek na de zoveelste tegenslag verloren en opgeborgen. Toch brandde diep in het hoofd van de jonge renner het vurige verlangen om aan iedereen te laten zien dat hij goed bergop kon rijden en profwaardig was.
“Ik dacht toen eerlijk gezegd dat mijn fietscarriere over was. Dat is ook wat de dokters zeiden. Ik ben er toch in blijven geloven, samen met de kinesist heb ik toen hard gewerkt omdat dut niet de manier was waarop ik mijn profdroom wilde opgeven. Ze gaven me twintig procent kans om ervan te herstellen en te kunnen fietsen, maar ik geloofde er wel nog in. Dat is uiteindelijk ook de manier waarop je veel kunt bereiken”, wist Goossens door zijn ervaring te vertellen. “De periode na de val tot beweging krijgen in de enkel was eigenlijk de langste. Het duurde ruim drie maanden voor er weer beweging inzat. Daarna volgden veel kinésessies en ik moest terug leren wandelen. Want mijn wandelcoördinatie was helemaal verdwenen door zo lang met krukken te stappen. Door te fietsen moest ik mijn enkel wat forceren maar daardoor kwam er wel meer beweging in. Dit kwam tot een punt waarop hij weer helemaal plooibaar was, zodat ik geen last meer had met fietsen. Mijn eerste koers na die val was in Gent-Staden en die verliep ineens heel goed.”
Bij wijze van uitzondering gaf beloftenploegleider Kurt Van de Wouwer Goossens nog een kans bij de beloften, als elite z/c.
“De ploegleiders zochten wel regelmatig contact en bleven me moed inpraten en zeggen dat alles goed kwam, dit samen met Tim Aerts mijn kinesist! Ik zal ze altijd dankbaar blijven voor die mogelijkheid. Want zonder die kans en dat extra beloftenjaar dat ik kreeg van Kurt, zou ik nooit prof geworden zijn”, vervolgde hij. “Ik denk wel dat ik door mijn manier van koersen al bewezen had dat ik profwaardig zou zijn. Daarom kreeg ik nog een kans en dan na enkele heel goede koersen en zo won ik redelijk imponerend de etappe en het eindklassement in Tour de Jura. Dat heeft denk ik de doorslag gegeven om me een profcontract te geven. Tussendoor mocht ik ook de olympische testrit in Tokio afwerken samen met vier andere beloften. Het was een mooie ervaring om in Japan te zijn. De olympische kampioen van volgend jaar, gaat een heel sterke renner zijn, we reden op een enorm lastig parcours.”
In zijn voorbije eerste profjaar voelde hij gezonde stress.
“Ik had wat zenuwen maar meer door nieuwsgierigheid dan door iets anders. Ik kreeg ook voldoening omdat ik besefte dat ik mijn droom aan het beleven was. Er was tijdens de eerste coronabreak beslist dat ik Ronde van Italië zou afwerken, maar door een val in de Tirreno-Adriatico is het dan de Vuelta geworden. Het was op zich een zware en domme val, maar ik had geluk dat ik ontsnapte aan een botbreuk in de buurt van de elleboog. Dat had het seizoenseinde betekent. Uiteindelijk besliste de ploeg dat ik naar de Vuelta moest, dat was uiteindelijk de juiste keuze.”
Door een val werd voormalig veldrijder Goossens in een richting geduwd, de goede.
“Het plan was om de finish in Madrid te halen en mezelf te ontdekken. Ik voelde me elke dag beteren en na een tijdje kwam ik dan op plek 23 in het klassement. Dan wil je daar wel in je eerste grote ronde blijven staan. Ik heb wel even aan top twintig gedacht. Ik geloofde even dat het haalbaar was. Ik probeerde in de rit op de derde laatste dag veel tijd te nemen via de vroege vlucht, maar dan moet je het geluk hebben dat ze u laten rijden. Dat deden ze niet. De voorlaatste dag had ik er de benen niet voor. In de laatste dagen was het beste er vanaf. Het uitrijden van deze ronde bekijk ik als een instrument dat je echt kan helpen in het maken van die volgende stap om een betere renner te worden. In de Vuelta waren we gestart met iets meer dan een handvol Belgen. Ploegmaat Tim Wellens wint twee ritten, Jasper Philipsen eentje. Stan De Wulf deed het ook prima, de Belgen waren goed in de Vuelta. Die 24ste plaats als eerste Belg, tja het is mooi meegenomen maar het is niet dat dit mijn ego streelt, zoals iemand van een krant compleet verkeerdelijk schreef. Zo zit ik niet in elkaar, ik ben vooral benieuwd naar wat de toekomst voor me in petto heeft.”
Volgend jaar wil hij zichzelf verder ontdekken en ontwikkelen in de rondes van een week en een nieuwe grote ronde rijden om te kijken hoever hij komt. Bij Lotto-Soudal ligt hij nog tot eind 2021 onder contract.
“Over een jaar of vier wil ik echt genoeg ontwikkeld zijn om mee te kunnen doen voor een heel mooi klassement in grote ronde. Ik ervaar momenteel wel een goed gevoel bij Lotto-Soudal en denk dat de ploeg tevreden over me is.”